Communisten

  
 
Home
Die Rote Kapelle
Die Weiße Rose
Legerleiding
Kreisauer Kreis
Kerken
Rosenstraße
Veel mensen en vooral de nazi’s zagen de communisten als de gevaarlijkste politieke vijand. Op 30 december 1918 werd de ‘Kommunistische Partei Deutschlands (KPD)’ opgericht. Zij hadden als voorbeeld de communistische partij in Moskou. Zij wilden alle macht bij het proletariaat krijgen (de arbeidersklasse die onderaan de economische ladder staat). In 1932 was de KPD de op 3 na grootste partij. De partij werd gehaat door een hoop mensen, vooral door het opkomende nationaal-socialisme.
  
 
Oorzaak van verzet

Op 27 februari 1933 brak er een brand uit in de Reichstag, het bolwerk van het Duitse parlement. Marinus van der Lubbe was een Nederlandse communist en hij werd op dat moment op de plek aangetroffen. De nationaal-socialisten hadden in die tijd een hekel aan communisten. Op het moment dat ze erachter kwamen dat Marinus van der Lubbe communistisch was, beschuldigden ze hem meteen van het stichten van de brand, ook al was hij eigenlijk onschuldig. Vanaf dat moment was het voor de nationaal-socialisten duidelijk dat het een door de communisten geplande aanslag was, terwijl hier verder geen bewijs voor was behalve dat er toevallig een communist in de buurt was van de Reichstag. Direct daarna werd op alle communistische functionarissen gejaagd. Het werd de KPD verboden om nog verder voort te bestaan. Al heel snel waren er al 11.000 communisten onterecht opgepakt.
  
 
Verzet zelf

Eind 1933 ontstond er een kleine groep communisten van ongeveer 100 leden. Deze groep kwam in opstand tegen de jacht van de nationaal-socialisten op communisten (voor de Reichstag-brand). Zij vonden dit onterecht, omdat er geen bewijs voor was dat de brand door de communisten was gesticht. Zij wilden de activisten van onder andere de KPD, Kommunistische Partei-Opposition (KPO) en Sozialdemokratische Partei Deutschlands (SPD) bij elkaar brengen. Hun eerste brochure kwam kort daarna uit. Brochures waren kleine boekjes van een kleine omvang, het waren gevouwen pagina’s die in de rug door nietjes bijeengehouden werden. Het aantal pagina’s was altijd een veelvoud van vier. De groep gaf vooral brochures en pamfletten uit waarin stond wat er zich in Duitsland afspeelde. Dit alles was geïnspireerd door de ideeën van Karl Marx en Lenin.

Naast het uitgeven van vlugschriften voerden de communisten ook acties uit. Deze acties zoals rode vlaggen aan een fabriekstoren binden, waren helaas niet heel succesvol. Dus bedachten ze in 1935 een andere tactiek: arme ontevreden fabrieksarbeiders benaderen en overtuigen om zich aan te sluiten bij de communisten. Echter faalde dit ook. Door gebrek aan eenheid in de verzetsgroep werden overhaaste besluiten gemaakt, waardoor de meeste van hen opgepakt werden en naar kampen zoals Auschwitz gestuurd werden. Anderen ontvluchtten dit verschrikkelijke lot door naar andere landen te gaan.

De communisten die gevlucht waren pleegden vanuit het buitenland alsnog verzet door propaganda Duitsland binnen te smokkelen. Het doel van dit propaganda was: Het zelfbewustzijn binnen de eigen gelederen te versterken en door middel van de geschriften de ogen bij anderen te openen en hen te winnen voor het communistisch verzet. De communisten waren zeker niet de enige die uit Duitsland moesten vluchten. Zij vluchtten namelijk samen met joodse, niet-arische, anti-fascistische vluchtelingen. In bijvoorbeeld Nederland richtten de communisten die Rote Hilfe op, vertaald als de rode hulp, om vluchtelingen hulp aan te bieden. In ruil voor de hulp moesten de vluchtelingen bijdragen aan het communistische verzet tegen het nationaal-socialisme en het nazi-regime.

Verder was er een Duitse groep communisten, die spioneerden in Duitsland, ook wel inlichtingenwerk genoemd. Hun doel was om bruikbare informatie over bezette gebieden naar Londen te krijgen, dit waren geheime rapporten die bijvoorbeeld militaire informatie bevatten. Dit deden ze via de Zweedse- en Zwitserse weg. Ze hadden contacten zowel in het neutrale Zweden als in het neutrale Zwitserland. Ze smokkelden de opgehaalde informatie naar de contacten die ze daar hadden en zij stuurden het dan weer op naar Londen. In 1944 tijdens het begin van de bevrijding kregen ze zelfs eigen telefoonverbindingen naar Londen door illegale aanpassingen in het telefoonnet. Dit heeft ook een zeer grote bijdrage kunnen leveren aan de bevrijding.