|
Er was weinig verzet van de kerken tegen Hitler, want dat was ook heel moeilijk in Nazi-Duitsland. Er was wel een groep opgericht ‘Pfarrernotbund’. Deze organisatie werd opgericht op 11 september 1933. De groep werd gezien als het teken van verzet. Zij waren tegen de invoering van de arische paragraaf. Die paragraaf nam heel veel rechten van Joodse en andere ‘untermenschen’ af, omdat ze niet het ‘perfecte arische ras’ toe behoorden. Hier verzette de Pfarrernotbund zich tegen.
Het doel van de groep was om theologen, predikanten, protestanten en kerkelijke functionarissen te verbinden. De groep richtte mede door een paar predikanten het verbond van de pastoor op. Een paar dagen hierna sloten zich twee pastoors bij de groep aan, Martin Niemöller en Dietrich Bonhoeffer. Zij schreven een protestbrief waarin drie punten besproken werden: (citaat van Wikipedia vertaald uit het Duits)
|
|
|
1. Volgens de belijdenis van onze kerk is het kerkelijk onderwijsbureau alleen gebonden aan de juiste roeping. De "Arische paragraaf" van de nieuwe kerkelijke ambtenarenwet creëert een recht dat deze belofte tegenspreekt. Daarmee is een situatie, die volgens de belijdenis als verkeerd moet worden beschouwd, als kerkelijke wet is uitgeroepen en is de belijdenis geschonden.
|
|
|
2. Er bestaat geen twijfel over dat de gewijde geestelijken die getroffen zijn door de ambtenarenwet ... ten volle blijven genieten van het recht op vrije woordverkondiging en het vrije bestuur van de sacramenten in de Evangelische Kerk van de Oude Pruisische Unie, die de belijdenissen van de Reformatie onderschrijft.
|
|
|
3. Iedereen die toestemming geeft voor een dergelijke inbreuk op de belijdenis sluit zichzelf uit van de gemeenschap van de kerk. Wij eisen daarom dat deze wet, die de Evangelische Kerk van de Oude Pruisische Unie scheidt van de christelijke Kerk, onmiddellijk wordt ingetrokken.
|
|
|
Het vierde punt was een belofte om diegenen die getroffen zijn door de wet of ander geweld in de kerk te helpen. Deze vier punten werden een vrijwillige verbintenis van de leden van de Federatie, die officieel werd gevormd op 21 september. (citaat einde)
|
Later richtten zij ook de ‘predikanten liga’ op. Dit was bedoeld als een systeem van ‘wederzijdse solidariteit’ en om steun te bieden aan veel pastoors die van Joodse afkomst waren en getroffen waren door de kerkelijke arische clausule.
|
Verder luidt er een verhaal dat er een strijd was tussen 2 kerken, namelijk de Bekennende Kirche en de Deutsche Christen. Dit is gedeeltelijk waar. Één derde van duitsland hoorde bij de Deutsche Christen en 20% hoorde bij de Bekennende Kirche.
De Deutsche Christen stond helemaal achter Hitler en zag hem als de nieuwe Luther, daar tegenover stond de Bekennende Kirche die tegen het beleid van Hitler was. De Bekennende Kirche vond dat Hitler niet het recht had om te bepalen wie welke functie mocht hebben in de kerk. Verder was hun verzet alleen gericht op wat het beste is voor de kerk. De 2 kerken waren het wel over één ding eens en dat was dat de Joden een probleem vormden in de samenleving en dat het goed was dat zij vervolgd werden.
Een grote reden dat er niet veel verzet was in de christelijke kerken was de democratie in het interbellum en Hitler zijn beloftes. Na de Eerste Wereldoorlog ontstond er een democratie ook minderheden kregen stemrecht. Hoge christenen verloren hierbij een soort van privilege om te mogen stemmen. Samen met deze democratie ontstond er een bloeiend uitgaansleven, homoseksualiteit, bioscopen, prostitutie en nog meer dingen die allemaal tegen het christelijke geloof ingingen. Mensen kregen wantrouwen in het christelijke geloof en stapten steeds meer hiervan af.
Echter, toen Hitler aan de macht kwam veranderde dit allemaal. Hij noemde het christendom het fundament van de partij NSDAP en hij beloofde prostitutie, homoseksualiteit en meer dingen af te straffen. Dit was natuurlijk heel aantrekkelijk voor de christelijke kerk en zo werden de kerken pro-nazi. Ze begonnen zelfs te geloven dat Jezus geen Jood was, maar gewoon christen. Zo kon Hitler zijn anti-semitistische beweging makkelijk voortzetten.
Uiteindelijk begonnen sommige christenen van de Bekennende Kirche in te zien dat wat Hitler deed niet eerlijk was en dat hij heel veel rechten van normale mensen ontnam. De Bekennende Kirche wilde zelf weer zeggenschap krijgen over wie zij in de kerk lieten werken en welke verhalen zij vertelden aan de burgers. Hiervoor kwam er verzet tegen Hitler, echter stonden ze nog steeds achter de Jodenvervolging.
De leden van de Deutsche Christen bleven in Hitler geloven en vonden het wel prima hoe het ging. Of dit alleen meeloopgedrag was om zichzelf en hun familie veilig te houden of dat ze echt in Hitler geloofden is niet duidelijk. In ieder geval vonden de leden van de Deutsche Christen het niet al te erg wat Hitler allemaal deed, want ze bleven hem toch steunen. Echt een grote strijd is er tussen de kerken niet ontstaan, maar natuurlijk wel onenigheden over of het goed was hoe Hitler regeerde. Hierover bleven ze het oneens.
|
|
|
|